DGA pensioen vernieuwing vergt adequate advisering

Dat het DGA pensioen volledig op de schop gaat wist je natuurlijk al. Dat betekent misschien nog niet dat je nu gelijk aan het adviseren moet slaan. Maar als je al te lang wacht, leidt dat wel tot forse fiscale schade bij je DGA relaties. Dat zit zo:

Het wetsvoorstel uitfaseren pensioen in eigen beheer, dwingt tot het premievrij maken van het pensioen in eigen beheer uiterlijk ultimo 2016. De DGA moet vervolgens kiezen uit drie opties:

  1. afkoop mét belastingvoordeel
  2. omzetting naar oudedagsverplichting (OudeDagsVerplichting) of verzekerde pensioenopbouw
  3. premievrij laten staan

De meeste DGA’s zullen deze keuze niet zelf kunnen maken, maar hebben je advies hard nodig.

Dit advies vraagt tijd en waarschijnlijk meer dan je verwacht. Als je niet snel start heb je misschien geen tijd genoeg om al je DGA’s op tijd te adviseren en te behoeden voor onnodige fiscale schade. Daarbij komt dat er een keuzetermijn geldt van 3 jaar. Hoe sneller de DGA beslist, des te voordeliger komt hij uit. Dus hoe langer je wacht, hoe groter de potentiële schade.

Om je een idee te geven waarom je advies nodig is en tijd vraagt, schetsen we hieronder de belangrijkste adviespunten.

1) Afkoop mét belastingvoordeel: voorkom aansprakelijkheidsrisico wegens benadeling van de partner.

Zonder vaststellingsovereenkomst en eventueel addendum op de huwelijkse voorwaarden, loopt je als adviseur een aanzienlijk aansprakelijkheidsrisico.

De afkoop van het pensioen kan in 2017 tegen een korting van 34,5%. In 2018 met 25 % en in 2019 nog met 19,5% korting. De (ex) partner moet daarbij voor akkoord mee tekenen. De Belastingdienst heeft een speciaal formulier ontwikkeld dat de DGA of adviseur met het verzoek tot afkoop moet meezenden. Hierdoor faciliteert de Belastingdienst de DGA en kan de belastingdienst het gebruik van de fiscale facilitering monitoren.

Het formulier heeft betrekking op de fiscale verdeling van de OudeDagsVerplichting, maar daarmee is de kous nog niet af. Het formulier zegt niks over een financiële verdeling bij een eventuele echtscheiding.

Dit formulier sluit het aansprakelijkheidsrisico wegens benadeling van de partner daarom niet uit. Daar is een zorgvuldig opgestelde vaststellingsovereenkomst en een besluit van de aandeelhouders voor nodig, mogelijk met een addendum op de huwelijkse voorwaarden. Vergeet dit niet voor je cliënten te regelen als zij deze optie kiezen en houd er rekening mee bij het inplannen van je adviestijd.

De omzetting naar de OudeDagsVerplichting zorgt zonder nadere maatregelen voor benadeling van de partner.

De omzetting naar de nieuwe pensioenvorm voor DGA’s, de OudeDagsVerplichting, zorgt voor een voorziening zonder verdere kosten. Het vindt plaats tegen de fiscale waarde op het moment van omzetting. De omzetting kan alleen in de periode 1-1-2017 tot 1-1-2020 worden uitgevoerd. De bestaande voorziening verliest dan het pensioenkarakter.

De OudeDagsVerplichting moet in 20 jaar, uiterlijk vanaf de AOW ingangsdatum, worden uitgekeerd. Op z’n vroegst kunnen de uitkeringen vijf jaar voor de AOW-ingangsdatum ingaan. De uitkeringsperiode wordt dan 20 jaar plus het aantal jaar dat de uitkeringen eerder ingaat dan de AOW. De OudeDagsVerplichting rent zonder verdere dotaties, op met het U-rendement.

Het is belangrijk om er bij je advisering rekening mee te houden dat de partner, zonder nadere maatregelen, bij een omzetting naar een OudeDagsVerplichting, de pensioenrechten verliest. Gelukkig is daar(deels) wat aan te doen.

Het is mogelijk de OudeDagsVerplichting te splitsen in een “OudeDagsVerplichting DGA” en een “OudeDagsVerplichting Partner. Fiscaal zal een toekenning tot maximaal 100% van de OudeDagsVerplichting aan de partner niet leiden tot een schenking. Het is mogelijk dat de partner recht heeft op minimaal 100% van de OudeDagsVerplichting als vergoeding voor het vervallen van het recht op 50% van het ouderdomspensioen en 100% van de nabestaandenpensioen.

Een advies hierover vraagt zorgvuldig maatwerk dat behoorlijk wat tijd kan vergen. De belangen zijn vaak groot en de rechten van de partner hangen ook af van het huwelijkse regime, of de partner aandelen heeft van de BV en wat is afgesproken met betrekking tot scheiding in huwelijkse voorwaarden. Ook het goed afhandelen van een keuze voor deze optie vraagt daarom misschien meer adviestijd dan op het eerste gezicht lijkt.

2) De DGA die ingegaan pensioen afkoopt of omzet in een OudeDagsVerplichting, kan zijn pensioenuitkering flink zien dalen.

Door de omzetting van een ingegaan pensioen in een OudeDagsVerplichting vervalt het verschil tussen de commerciële- en fiscale waarde. Gevolg is dat in de meeste gevallen de uitkering fors zal dalen. De fiscale voorziening op het moment van omzetting wordt namelijk gedeeld door het aantal jaren dat de uitkering nog moet lopen om een totale looptijd van 20 jaar te bereiken.

Als een pensioenuitkering bijvoorbeeld al 5 jaar loopt, dient de voorziening te worden gedeeld door 15, dan bepaalt dat de hoogte van de uitkering uit de OudeDagsVerplichting. Vervolgens neemt de OudeDagsVerplichting af met de uitkering en wordt jaarlijks opgerent met het, nu extreem lage, U-rendement. Hierdoor ontstaat er, in tegenstelling tot pensioen, geen last meer in de V&W door het jaarlijkse verschil tussen de pensioenuitkering en de maar beperkte afname van de pensioenvoorziening.

De uitkomst zal van geval tot geval variëren en vraagt om berekeningen. Of en hoe deze uitkomst past bij de persoonlijke situatie van de DGA en zijn wensen, zal deel moeten uitmaken van je advies.

3) De aanspraak premievrij laten staan kan leiden tot een flinke te nemen last.

De belastingdienst stelt zich op het standpunt dat bij premievrij gemaakte aanspraken de last van de toekomstige indexatie in een keer moet worden genomen.  Onder goed koopmansgebruik (art. 3.25 wet IB) wordt onder meer verstaan dat winst wordt genomen als die is gerealiseerd en verlies als dit is te voorzien. Uit goed ingelichte kringen vernamen wij, dat de belastingdienst zich op het standpunt zou stellen dat de indexatie bij premievrij pensioen te voorzien is en dat de last daarvan dus ineens moet worden genomen.

Als dit het beleid wordt, is dat uiteraard een belangrijk element in uw advies. Maar het lijkt ons erg ver te gaan. De DGA die bijvoorbeeld vanwege scheiding kiest voor premievrijmaking wordt hierdoor geconfronteerd met een hoge te nemen last. Bij tussentijdse verkoop van de onderneming, overlijden of eerder ingang van pensioen vindt er dan weer vrijval plaats.

Dit standpunt van de Belastingdienst lijkt als doel te hebben de overgang naar afkoop en omzetting naar ODV te stimuleren. De escape van behoud van pensioenaanspraken die bij echtscheiding relevant kan zijn, vooral bij discussie tussen de voormalige partners, zorgt dan voor een fiscale tegenvaller bij de DGA. We moedigen de markt dan ook aan om hun politieke contacten hierover Kamervragen te laten stellen.

Naast deze drie opties zijn er diverse andere zaken die in het advies betrokken moeten worden en tijd kosten.

De OudeDagsVerplichting kan worden afgestort als lijfrente bij een verzekeraar of bij een bank.

Deze afstorting is zowel in de opbouw fase als in de uitkeringsfase mogelijk. Zolang de BV de OudeDagsVerplichting uitkeert is dit fiscaal “loon uit vroegere dienstbetrekking”. Door een omzetting in een lijfrente is ook een tijdelijke uitkering mogelijk van minimaal 5 jaar als die verder voldoet aan de eisen van art. 3.125 c Wet IB 2001.Ook geeft de omzetting in een lijfrente, in tegenstelling tot de OudeDagsVerplichting in de eigen BV, de mogelijkheid de ingangsdatum uit te stellen tot 5 jaar na de AOW-ingangsdatum.

De afweging of dit gunstig is hangt af van de fiscale en financiële gevolgen, maar ook van de doelstellingen van uw klant. Die moet je dus goed kennen.

Bij een forse rekening courant is een afkoop in combinatie met aflossing van de rekening courant van de DGA een interessante optie.

De netto afkoopwaarde kan worden gebruikt om de rekening courant van de DGA af te lossen. Uiteraard moet er dan wel voldoende geld zijn om de loonheffing over de afkoop te betalen. Mocht dit een probleem zijn, dan is een omzetting in een OudeDagsVerplichting, waarna uitkeringen van de OudeDagsVerplichting worden verrekend met de rekening courant, ook een mogelijkheid om dit probleem te tackelen.

Als de BV onvoldoende geld heeft om uit te kunnen keren en er is geen rekening courant, dan kan in overleg met de belastingdienst worden afgezien van de OudeDagsVerplichting. Hier geldt, net als bij pensioen, de aanvullende eis dat er geen dividend mag zijn opgenomen. De BV hoeft echter, in tegenstelling tot de situatie bij pensioen dat niet voor verwezenlijking vatbaar is, niet te worden geliquideerd.

Bij extern eigen beheer is nog de vraag welke fiscale waarde moet worden gebruikt voor afkoop of omzetting in een OudeDagsVerplichting.

Als het pensioen is ondergebracht bij een andere BV dan waar de DGA in dienst is, dan is er sprake van extern eigen beheer. Als de werkgever BV en de pensioen BV een fiscale eenheid voor de VPB zijn, wordt het pensioen normaal fiscaal gewaardeerd. Als er geen fiscale eenheid is wordt het pensioen inclusief indexatie gewaardeerd. Dat moet ook gebeuren als de fiscale eenheid wordt verbroken. De werkgever BV moet ook de indexatielasten activeren. Bij afkoop of omzetting in een OudeDagsVerplichting moeten de indexatielasten ineens worden genomen. Welke fiscale waarde (met of zonder indexatie) moet worden gebruikt voor de afkoop of omzetting, zal duidelijk moeten worden uit een beleidsstandpunt van de Belastingdienst.

Met gedeeltelijk elders verzekerd pensioen gaat nu al van alles mis, opletten geblazen dus.

Veel DGA’s bouwen, naast pensioen in de eigen BV, ook deels pensioen op bij een verzekeraar. Dit verzekerde pensioen moet met het eigen beheer pensioen worden verrekend. Met deze verrekening gaat in de praktijk veel mis.

Zo worden beleggingsverzekeringen onjuist ingebouwd en worden de waarden van dekkingspolissen onterecht van de voorziening afgetrokken. Gevolg hiervan is dat de klant veel korting kan mislopen of met een onjuiste OudeDagsVerplichting opgescheept kan worden.

Let er verder nog op dat voor het verzekerde deel een nieuwe pensioenbrief zal moeten worden gemaakt. Anders wordt dit pensioen onzuiver. Bij deels verzekerd pensioen is het dus extra opletten. Daarnaast vraagt het ook extra tijd, bovenop de tijd die je al met de andere adviesonderdelen kwijt bent.

Na afschaffing van Pensioen in Eigen Beheer valt de DGA mogelijk weer onder de Pensioenwet zodat ook voor de DGA pensioenopbouw bij een PPI mogelijk wordt.

Hoewel de DGA ook na afschaffing van Pensioen in Eigen Beheer als werkgever zichzelf een pensioen toezegt en daarmee extra wettelijke bescherming overbodig lijkt, zijn er geluiden dat de Pensioenwet ook gaat gelden voor DGA’s. Het voordeel daarvan is de mogelijkheid voor individuele DC-pensioenopbouw bij een PPI. Sociale Zaken zal hieraan medewerking moeten verlenen.

Afkoop of omzetting van arbeidsongeschiktheidspensioen in eigen beheer naar een OudeDagsVerplichting is mogelijk.

Dan is wel goedkeuring van de algemene vergadering nodig. In het wetsvoorstel is niets opgenomen voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten, waarbij na 2017 dotaties zouden moeten plaatsvinden om de uitkering te kunnen behouden. Omdat dotaties vanaf 2017 niet meer mogelijk zijn, is aanvullende regelgeving nodig.

In het wetsvoorstel is niks geregeld voor arbeidsongeschiktheidspensioen en premievrijstelling bij invaliditeit. Bij toezegging van een arbeidsongeschiktheidspensioen is fiscale waardering daarvan niet toegestaan. In geval van volledige arbeidsongeschiktheid, wordt de contante waarde van de toekomstige uitkeringen als voorziening op de balans opgenomen in het jaar dat de DGA arbeidsongeschikt wordt. Dit weer volgens goed koopmansgebruik. Deze voorziening neemt vervolgens af met de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen.

Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid staat niet vooraf vast wat de hoogte van de voorziening moet zijn zodat deze last jaarlijks wordt bepaald. Vanaf 2017 is gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid dus een probleem want nieuwe reserveringen in eigen beheer zijn niet langer toegestaan. Een alternatief is voorzetten bij een verzekeraar maar mooier is als deze situatie in een aanvullend beleidsbesluit wordt geregeld.

Of dat gaat gebeuren of niet, als er sprake is van arbeidsongeschiktheid in eigen beheer, zal dit moeten worden meegenomen in het pensioenadvies voor de DGA.
Met inzicht in het verloop van de pensioenvoorziening in 2015 neemt de belastingdienst anticiperende maatregelen.

In de voorgestelde wetgeving is rekening is gehouden met mogelijk misbruik van de korting bij afkoop.

Dit wordt ontmoedigd door verplicht inzicht te vragen in de ontwikkeling van de hoogte van de fiscale reserve. De fiscale waarde ultimo 2015 bepaalt de hoogte van de korting. Een verschil tussen begin- en eindstand 2015 van meer dan 125% is niet acceptabel en kan rekenen op speciale aandacht vanuit de Belastingdienst. Dit om te voorkomen dat DGA’s onterecht profiteren van korting bij afkoop.

Overheveling van aandelen in familieverband gevolgd door afkoop of omzetting in een OudeDagsVerplichting leidt tot verrijking van de aandeelhouders.

Van een verrijking is sprake als meer dan de fiscale waarde van de pensioenvoorziening aanwezig is, de BV staat niet ‘onder water’. Bij aandelen die in handen van de kinderen zijn, is de keuze van de DGA (vader of moeder), dus van invloed op de waarde van de aandelen. Deze mogelijke bevoordeling valt niet onder een artikel in de huidige Successiewet met mogelijke bevoordeling voor kinderen of andere aandeelhouders. Kamervragen zijn nodig voor meer duidelijkheid over de fiscale gevolgen.

Sommige zaken worden wel éénvoudiger.

De 100% toets en het doorwerkvereiste gaan verdwijnen.

Dat maakt pensioenplanning een stuk makkelijker. Nu moet het pensioen direct ingaan, of de opbouw worden gestaakt, als het pensioen 100% van het inkomen is geworden. Dit gebeurt vooral bij uitstel van het pensioen. Als dan het salaris ook nog daalt kan de 100% grens snel worden bereikt. Ook wordt niet altijd (volledig) doorgewerkt als het pensioen wordt uitgesteld, terwijl dat zou moeten leiden tot het (deels) ingaan van het pensioen. Zowel de eis tot doorwerken bij uitstel als de 100% grens komen te vervallen. Dat maakt het plannen van het pensioeninkomen een stuk eenvoudiger.

Start nu je voorbereiding voor je DGA advisering.

Wacht niet met het pensioenadvies aan je DGA’s. Zoals je ziet vergt de overgang naar de nieuwe pensioensituatie veel meer tijd,  dan je adviezen over pensioen in eigen beheer ooit vroegen. Er zijn diverse opties, verschillende consequenties per optie en daarnaast nog aangrenzende adviesonderwerpen waar je rekening mee moet houden. Daarbij moet alles uiteraard uitgelijnd worden op de specifieke situatie en wensen per individuele DGA. Een generieke oplossing voor iedereen is niet te creëren.

Hoe langer je wacht met voorbereiden, hoe langer het duurt voor je je DGA’s kunt helpen met hun keuzes en hoe ongunstiger dat financieel kan uitvallen. Blijf de piek voor en bereid je degelijk voor wat betreft proces, hulpinstrumenten en kennis.

Als je wilt, kunnen we je daar mee helpen. Dat kunnen we doen op verschillende manieren. Klik op deze link om te zien of een manier bij zit die bij jou past.

Als je wilt, kunnen we je helpen.

Dat het DGA pensioen volledig op de schop gaat wist je natuurlijk al. Dat dat betekent dat het heel verstandig is om direct te gaan starten het voorbereiding van je advisering hier over, misschien nog niet.

Maar als je te laat start, leidt dit tot forse fiscale schade bij je DGA relaties. Daarbij komt dat advisering over het nieuwe DGA pensioen misschien wel heel wat complexer is dan je misschien dacht.

Als je wilt kunnen wij je daar bij helpen. Dan bespaar je veel denk- en ontwikkelwerk en kun je sneller starten tegen lagere kosten. Die ondersteuning bieden we op verschillende manieren. Klik hier en bekijk welke ondersteuning het best bij je past.

Judith - Managing partner

Judith Scherrenberg
Managing partner